Op wat voor manieren kun je bevallen?
Hoewel een bevalling iets heel natuurlijks is, zijn er veel bevallingen die anders lopen dan gepland. Soms ligt je baby in een stuitligging of is je bekken te smal, waardoor je via een keizersnede moet bevallen. Waar moet ik op letten?
In de aanloop naar je bevalling zal de verloskundige de verschillende mogelijkheden met je bespreken. Zo ben je voorbereid op de verschillende mogelijkheden. Of je nu op de natuurlijke manier of via keizersnede gaat bevallen, je mag er van uit gaan dat alles goed zal verlopen.
De natuurlijke bevalling
In 90% van de gevallen ligt de baby met het hoofdje naar beneden en de knietjes opgetrokken, de zogenaamde achterhoofdsligging. Dan verloopt de bevalling over het algemeen in de normale volgorde: breken van de vliezen, weeën, ontsluiting, persen, etc. Als je baby in een stuit ligt, kun je nog steeds op de natuurlijke manier bevallen als er niet te veel risico is. Anders kan de verloskundige of gynaecoloog kiezen voor een keizersnede.
Soms wordt de bevalling ingeleid, bijvoorbeeld wanneer er risico bestaat voor de gezondheid van de moeder en/of de baby of wanneer de datum waarop je uitgerekend bent meer dan 2 weken geleden is. Andere redenen voor het inleiden van een bevalling zijn wanneer je vliezen langer dan 24 uur zijn gebroken of wanneer je een ernstige zwangerschapsvergiftiging blijkt te hebben. Als de bevalling wordt ingeleid, wordt de baarmoedermond rijp gemaakt, worden de vliezen gebroken en krijg je een weeënstimulerend hormoon toegediend.
Bevallen met een keizersnede
Een keizersnede kan om diverse redenen de beste oplossing zijn: stuitligging, een te grote baby, een te smal bekken, te hoge bloeddruk of diabetes bij de moeder of een verslechterde conditie van de baby. Ook wanneer je op de normale manier wilt bevallen, kan tijdens de bevalling blijken dat er toch een keizersnede nodig is. Bijvoorbeeld wanneer het hoofdje te groot is voor het bekken, als er onvoldoende ontsluiting is of wanneer de baby lichamelijk achteruit gaat.
Een keizersnede is een chirurgische ingreep, dus je moet altijd naar het ziekenhuis. Er wordt een snede in je buikwand en baarmoeder gemaakt om de baby te kunnen halen; dit duurt meestal maar een kwartiertje. De ingreep vindt plaats onder plaatselijke verdoving - via een ruggenprik - of algehele narcose. Het voordeel van een ruggenprik is dat je de bevalling bewust kunt meemaken. Meestal mag je partner gewoon aanwezig zijn bij de ingreep.
Het aantal keizersneden is de laatste jaren flink gestegen. Tegenwoordig bevalt ongeveer 15% van de vrouwen met een keizersnede, terwijl dat rond 1980 maar 5% was. Toch is het percentage keizersneden in Nederland altijd nog lager dan in veel andere landen; in Brazilië bijvoorbeeld is dat bijna 50%! Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zou het percentage niet hoger mogen liggen dan 15%, anders wegen de eventuele voordelen van een keizersnede niet meer op tegen de extra risico's.
Hoewel een bevalling met keizersnede voor de moeder minder pijnlijk is, zijn er wel degelijk nadelen: er kunnen complicaties optreden (bijv. infecties) en je moet langer herstellen dan na een normale bevalling.
Speciale gevallen
Als je een tweeling verwacht, beval je meestal wat eerder: rond de 38 weken in plaats van rond de 40. Afhankelijk van de positie van de baby's zal de gynaecoloog besluiten of je op natuurlijke manier kunt bevallen of dat er een keizersnede nodig is. Als je drie of meer kinderen verwacht, zal de geboorte vrijwel altijd via een keizersnede plaatsvinden.
Tegenwoordig bevalt ongeveer 15% van de vrouwen door middel van een keizersnede. Rond 1980 was dat maar 5%.
Gerelateerde artikelen